Zij, gekleed in oranje-rood
gijzelde mij als ’n magneet
totdat ik geen weerstand meer bood
en het heelal om haar draaien deed.
Samen zwevend op blauw-azuur
met rond de boeg dolfijnen
in golven van genot vol vuur
om voor eeuwig in te verdwijnen.
Onder groene palmen wiegen
op de bries van de passaat
waar vreemde vogels stunten vliegen
en zij constant onder gaat.
Aan zinderend witte stranden
waterlandse comfortgrens
mocht U er ooit belanden:
‘Welcome to the World of N’s’
G. Ens, februari 2014