Golf na golf strandt
een verse boog in ’t zand en
tot schuimens toe
een stroom van gedachten
in mijn slapeloze nachten
Stukslaand op rotsen en klippen
staat het water mij nu tot de lippen en
tot in de diepste spleten
kolkend en draaiend
heftige onrust in mij zaaiend
Wadend door een brij van dromen
hoop ik tot dat vaste land te komen
waarop ik mij neer zal storten om
uiteindelijk rust te vinden en
mijn lichaam te ontbinden
G. Ens, november 2013