Door stormen geraasd maar niet gezwicht
steeds reikhalzend tot in ’t kleinste blad
Van ’t diepste worteleinde tot in de fijnste tak
‘n reusachtig uitgebalanceerd evenwicht:
DE BEUK
Als gedirigeerde ruis zo wijd vertakt
Boven een koor van divers gefluit
Torenend boven alles en iedereen uit met
‘n stam glanzend glad gelakt:
DE BEUK
’t Wiegend bladerdak zo majestueus
met koel overkoepelende grandeur
menig wezen logies verlenend, sans faveur.
Vanuit ‘n minuscuul nootje tot ‘n gigantische reus:
DE BEUK